Doorgaan

De activiteit 'Doorgaan' gebruik je om in een subworkflow aan te geven vanaf welk punt in de subworkflow de hoofdworkflow verder gezet mag worden.

Daarnaast gebruikt je de activiteit 'Doorgaan' om aan te geven dat de zaak of het contactmoment verder behandeld mag worden nadat de taak agenderen, zaak starten of contactmomentregistreren werd voltooid. Daarom voeg je in in elke workflow best de activiteit 'Doorgaan' standaard toe voor het einde van de workflow.

Bij het aanmaken van de activiteit 'Doorgaan' dienen volgende velden ingevuld te worden:

Naam
De naam van de activiteit. 

De activiteit moet beschikken over minstens één inkomende en minstens één uitgaande transitie.