Workflowactiviteiten

Workflows worden samengesteld door workflowactiviteiten en transities.

De basisregels voor activiteiten zijn eenvoudig:

  • elke activiteit moet over een naam beschikken. Deze naam moet uniek zijn voor de workflowactiviteiten Taak, Subworkflow, PDF en Webservice.
  • (bijna) elke activiteit moet over één binnenkomende en één uitgaande transitie beschikken. 

Indien het gewenst is om de naam van een activiteit te herhalen (bijvoorbeeld omdat er twee taken “Evalueren” bestaan, eentje voor een medewerker en eentje voor het diensthoofd), dan kan je gebruik maken van een speciale prefix in de naam van de activiteit. Deze prefix bestaat uit vierkante haken. Zo kan je twee taken voorzien die aan de gebruiker worden getoond als “Evalueren” maar toch over een unieke naam beschikken binnen de workflow, bijvoorbeeld “[Stap 1]Evalueren” en “[Stap 2]Evalueren”. Al deze namen zijn uniek dankzij de speciale prefix. De prefix wordt niet getoond aan de eindgebruiker binnen het proces.