Workflowinstellingen

De workflowinstellingen bevatten de basisgegevens van een workflow. Je kan deze instellingen aanpassen via het tandwiel in de hoofdbalk van de workflowgenerator.


Ontwerpvlak
Bij de workflowinstellingen kan je een aantal instellingen kiezen voor het ontwerpvlak. Zo kan je ervoor kiezen op de rasters op je ontwerpvlak groter of kleiner te maken. Daarnaast kan je er ook voor kiezen om het raster te gebruiken voor het uitlijnen van je activiteiten en ankerpunten van transities.
Workflowparameters

In de workflowinstellingen kan je verschillende types workflowparameters toevoegen. Hier kan in de subworkflow naar verwezen worden.

Voor de workflowparameters kunnen dan binnen elke hoofdworkflow waarin de subworkflow gebruikt wordt, bepaalde waardes ingesteld worden, zodat eenzelfde subworkflow eenvoudig gebruikt kan worden in verschillende hoofdworkflows.

Bij het toevoegen van een workflowparameter, moeten volgende eigenschappen meegegeven worden:

  • Naam: de naam van de workflowparameter. Deze wordt getoond in de eigenschappen van de hoofdworkflow wanneer de subworkflow wordt toegevoegd.
  • Variabele: de variabele van de workflowparameter die gebruikt kan worden om er naar te verwijzen in script e.d.m.
  • Type
    • Waarde: er wordt een 'normale' tekst of getalwaarde verwacht voor deze parameter. In de hoofdworkflow uit dit zich in een normale component waarmee een waarde geselecteerd kan worden.
    • Ondertekenaar: er wordt een ondertekenaar verwacht voor deze parameter. In de hoofdworkflow uit dit zich in een onderteken-component waarmee een ondertekenaar geselecteerd kan worden.
  • Verplicht: geeft aan of het verplicht is om een waarde voor deze parameter mee te geven wanneer deze workflow als subworkflow gebruikt kan worden.

Wanneer alle gegevens ingevuld zijn, kies je voor opslaan.