You are viewing an old version of this page. View the current version.
Compare with Current
View Page History
« Previous
Version 5
Next »
Voor zowel de indiener als de behandelaars van een zaak of contactmoment is het van groot belang dat je de status ervan kan raadplegen. Daarom kan je in een workflow punten inbouwen waarop de status van de zaak of het contactmoment wijzigt.
Bij het aanmaken van een statuswijziging dienen volgende velden ingevuld te worden
Naam |
---|
De naam van de activiteit. Deze naam moet uniek zijn. |
Interne status |
---|
De nieuwe status voor intern gebruik (bijvoorbeeld "In behandeling"). Deze status is enkel te raadplegen door interne medewerkers. Je kan bij de interne status kiezen voor: - Een vaste waarde: een stukje tekst dat zorgt voor een vaste status (meest gekozen)
- Waarde uit contactmoment/zaak: een waarde dat voorkomt in het contactmoment of de zaak waarop de workflow betrekking heeft. Je geeft de vraag ID op waarvan de waarde moet worden opgehaald.
- Waarde uit taak: een waarde dat voorkomt in een taak van het contactmoment of de zaak. Je geeft de taaknaam en de vraag ID op waarvan de waarde moet worden opgehaald.
- Script: een script.
|
Externe status |
---|
De nieuwe status voor extern gebruik (bijvoorbeeld "Afgehandeld"). Dit is typisch de status die aan de indiener wordt gecommuniceerd of die de indiener kan raadplegen via het Persoonlijk Internet Portaal. Je kan bij de externe status kiezen voor: - Een vaste waarde: een stukje tekst dat zorgt voor een vaste status (meest gekozen)
- Waarde uit contactmoment/zaak: een waarde dat voorkomt in het contactmoment of de zaak waarop de workflow betrekking heeft. Je geeft de vraag ID in waarvan de waarde moet worden opgehaald.
- Waarde uit taak: een waarde dat voorkomt in een taak van het contactmoment of de zaak. Je geeft de taak en de vraag ID in waarvan de waarde moet worden opgehaald.
- Script: een script.
|
Deze activiteit moet minstens één inkomende transitie hebben en kan exact één uitgaande transitie hebben.