...
| Page Properties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||
|
Een sjabloon kan zowel statische als dynamische inhoud bevatten.
- Statische inhoud is normale Word-inhoud - alles wat je kan invoegen zonder de invoegtoepassing te gebruiken. Dit type inhoud verandert niet tussen documenten of publicatie.
- Variabele inhoud zijn gegevens die worden verzameld uit andere bronnen - deze inhoud wordt samengevoegd met het document wanneer het wordt gemaakt. Deze gegevens komen via XperiDo.
Table of Contents
Het deelvenster XperiDo
Aan de rechterkant van het scherm vind je het deelvenster XperiDo.
In het deelvenster houd je de variabele inhoud in je template bij:
- Data Set: bevat een structuurweergave van de gegevensvelden in de gegevensbron van de template. De veldinspector onderaan toont voorbeeldwaarden voor geselecteerde gegevensvelden.
- Mapping: bevat een lijst met alle gegevenstoewijzingen die zich momenteel in de template bevinden
- .
Typen velden
XperiDo werkt met vier soorten velden:
Basisvelden zijn velden die worden gedefinieerd door de gegevensset die wordt gebruikt om de sjabloon op te bouwen.
Pseudo-velden zijn extra velden die geen deel uitmaken van de gegevensverzameling. Ze kunnen worden gebruikt om berekeningen uit te voeren of formules toe te passen op basisvelden. Meer informatie is hier te vinden.
Dynamische velden zijn extra velden waarvoor een eindgebruiker een waarde kan instellen tijdens het maken van het document. Meer informatie is hier te vinden.
Resultsets zijn groepen met velden waarop een filter is toegepast. Meer informatie is hier te vinden.
Een variabele toevoegen
Een veld uit
uwje dataset toewijzen aan
uw sjabloon kan worden gedaan door deze stappen te volgen:je template doe je door volgende stappen uit te voeren
- Plaats eerst de cursor op de plek in het document waar
- je de
- variabele wilt
- plaatsen
- Selecteer
- de gewenste variabele in de het deelvenster XperiDo
- Dubbelklik op het geselecteerde veld of klik op het pictogram Gegevensveld in het deelvenster.
De variabele wordt toegevoegd aan je template. De variabale wordt weergegeven tussen accolades (bv
| Wiki Markup |
|---|
{type} |
. Rond de variabele wordt een vak geplaatst.
Bij het vooraf bekijken van een document of bij het genereren van een document, wordt deze toewijzing vervangen door gegevens.
Overzicht van kaarten
Het tabblad toewijzing in het XperiDo-paneel toont de toewijzingen die zich momenteel in de sjabloon bevinden. U kunt naar elke toewijzing springen door erop te klikken op het tabblad toewijzing. Omgekeerd, als u op een toewijzing in uw document klikt, wordt deze gemarkeerd op het tabblad toewijzing.
Het tabblad toewijzing bevat vier besturingselementen die u kunt gebruiken om de toewijzingen in de sjabloon te manipuleren:
- Instellingen : pas de instellingen van de geselecteerde toewijzing aan.
- Verwijderen : verwijder de toewijzing.
- Weergave wisselen : schakelen tussen de volledige veldnaam en de korte veldnaamweergave:
- Vernieuwen : ververs de toewijzingen
Veldnamen
Een veld in XperiDo kan meerdere namen hebben. Bij gebruik van XperiDo voor Microsoft Dynamics CRM heeft elk veld een weergavenaam , een logische naam en een schemanaam .Achter de schermen gebruikt XperiDo altijd de schemanaam voor velden.
Op het tabblad toewijzing van het XperiDo-deelvenster wordt de schemanaam weergegeven, maar op het tabblad Gegevensbron van het XperiDo-venster wordt de weergavenaam weergegeven. Dit gedrag kan worden gewijzigd, zodat op het tabblad Gegevensbron de schemanaam wordt weergegeven. Ga hiervoor naar de XperiDo-opties door op Eigenschappenin het XperiDo-lint te klikken. Schakel vervolgens in de algemene opties Alternatieve namen gebruiken voor velden uit .
- .